Jorge Martin begint afgetraind en vol vertrouwen aan zijn debuutseizoen in de hoofdklasse. ‘Tijdens het remmen krijg ik hallucinaties’.
Jorge Martin is een van de rookies die zich opmaakt voor zijn eerste seizoen in de hoogste klasse van de wagerace. Er zijn nog maar weinig tests achter de rug. De Spanjaard zal zijn favoriete nummer 88 (toegewezen aan Miguel Oliveira) moeten opgeven ten gunste van 89. De cijfercombinatie verschijnt op de kuip van zijn Ducati Pramac tijdens de eerste tests in Qatar begin maart. Het MotoGP-circus gaat vrijwillig een maand in de ‘bubble’ om zonder risico’s aan het seizoen te kunnen beginnen.
Het Pramac-team is een van de beste op de grid. Het is onder andere het team dat door Ducati wordt gebruikt als kweekvijver voor het fabrieksteam. Petrucci, Iannone, Miller en Bagnaia zijn uit het team opgeklommen. En Martin weet dat heel goed, ook al heeft hij maar kort kunnen trainen tijdens de tests in Portimao. Maar zijn gedachten gaan op dit moment alleen uit naar de eerste tests.
‘Helaas beginnen we laat in vergelijking met voorgaande jaren. Ik heb getraind in de sportschool, met de crossmotor en een Panigale in Cartagena, Jerez en Almeria. Met een wegmotor gaat dat heel goed. De motor is zachter dan een racemotor, maar qua acceleratie scheelt het niet zoveel met een MotoGP-motor. Ik zal in Almeria weer op de Panigale rijden voordat ik op 5 maart in Qatar op de Desmosedici stap. Ik heb goed getraind, ik weeg een kilo meer maar dat komt omdat ik vet heb verloren en spiermassa heb aangemaakt.’
Jorge Martin, wat verwacht je van de Desmosedici?
‘Eerlijk gezegd weet ik het niet precies, maar ik denk dat het hallucinatiespul zal zijn bij het remmen. Hij remt ongeveer zoals wij met de Moto2 doen, maar dan komt-ie veel sterker binnen. En ik denk dat ik ga hallucineren als ik gas geef vanaf de derde versnelling. Twee seizoenen heb ik dezelfde motor als de fabrieksmotoren, wat geruststellend is omdat het in mijn hele carrière het klassieke patroon is geweest. Het eerste jaar leren en dan in het tweede jaar vechten voor de posities die ik verdien.
Wat zijn je doelen voor je debuut in de hoofdklasse? Vorig jaar won Binder als nieuweling…
‘Ik wil graag de titel van Rookie van het Jaar winnen. In de MotoGP zal ik rijders tegenkomen met wie ik in de kleinere klassen heb gereden, zoals Bagnaia of Mir, en ik denk dat ik hun niveau kan halen. Ik weet niet hoelang het zal duren, maar ik denk dat ik ver kan komen om de Moto GP titel te winnen. Ik heb nog zo’n tien jaar voor me. Als ik geen blessures oploop – iets wat me al is overkomen – denk ik dat ik de hoogste trede kan bereiken. Ik train al met de toprijders, zoals Maverick en anderen en ik zie mezelf op hun niveau.
Naar welke rijder kijk je het meest naar uit op de grid?
‘Goede vraag… Misschien Mir… wij racen al sinds onze jeugd tegen elkaar. We knokten om de titel in de Rookies Cup en we hadden goede en slechte tijden samen. Ik ben sindsdien gegroeid: ik won de Moto3, ik ben sneller geworden, maar ook volwassener. Ik kan dan ook niet wachten om hem opnieuw te ontmoeten, maar deze keer in MotoGP.’
En Valentino Rossi en Marc Márquez?
‘Ik ben veel meer onder de indruk van Rossi, want hij was mijn idool toen ik nog een kind was. Ik heb een foto van hem waarop hij mijn hoofd aait. Ik denk dat ik m9jn hoofd daarna een week niet heb gewassen. Het was in Valencia 2006, maar ik zweer dat het niet mijn schuld is dat hij toen de titel verloor! Nu staan we samen op de grid, hij op z’n 42e, ik op m’n 22e, Hij zou m’n vader kunnen zijn! Hij is niet meer zo snel als vroeger, maar hij is nog steeds snel genoeg voor de MotoGP. En hij kan nog steeds mee voor de overwinning van een race.’
Maverick Viñales treedt in voetsporen Rossi met eigen raceteam
Weet je iets over hoe het met Márquez gaat? Wat verwacht je van hem?
‘Ik heb werkelijk geen idee hoe het met hem is of dat hij op tijd terugkomt. Maar we wachten allemaal op hem. Zijn ongeval en de behandeling zal artsen en coureurs aan het denken zetten. Het heeft zeker betekenis voor de sport. De dokters behandelen ons niet als normale mensen, want we willen zo snel mogelijk weer op de motor. En we doen er werkelijk alles aan om weer in het zadel te kruipen, soms doen we gekke dingen. Ikzelf stapte vijf maanden na een operatie weer op de Moto3-motor en ik stond op het podium in Oostenrijk. Maar na wat Márquez is overkomen, zullen we allemaal nog veel langer nadenken voor we weer op de motor springen.’