Het Duitse Fraunhofer-instituut voor Milieu-, Veiligheids- en Energietechnologie (UMSICHT) heeft de effecten van E10-benzine getest. De conclusie luidt dat deze benzine brandstofdampterugwinningsfilters kan beschadigen.
E10 is een zogenaamde biobrandstof die ongeveer 5-10% bio-ethanol bevat. Het werd vanaf januari 2011 geleidelijk ingevoerd in Europa en het kampt ook vandaag nog met een slechte reputatie. Naast een hoger brandstofverbruik als gevolg van de lagere energie-inhoud van ethanol in vergelijking met benzine (gerekend wordt met een meerverbruik van ongeveer 3%), verdraagt niet elk voertuig de biobrandstof.
Vooral bij oudere voertuigen kunnen er problemen optreden omdat bepaalde onderdelen zoals pakkingen gevoelig zijn voor ethanol. Bovendien kan ethanol bij hoge druk en hoge temperaturen corrosie veroorzaken in onderdelen van aluminium, bijvoorbeeld in het inlaatkanaal tussen het inspuitstuk en de inlaatklep of in benzinepompen.
Top-10 actiefste flitspalen van Nederland in 2020
Euro4 eis voor filters
Hoewel nieuwere voertuigen geschikt zouden moeten zijn voor E10, zijn er blijkbaar nog meer problemen met E10 biobrandstof. In 2016 werd de Euro4-norm van kracht. Deze norm vereist filters die benzinedampen uit de tank opvangen en terugvoeren naar de verbranding. Die filters zijn meestal gemaakt van actieve kool.
Het Fraunhofer-instituut heeft vastgesteld dat E10-dampen de filters op lange termijn beschadigen. Het instituut beveelt aan de filters op hun goede werking te controleren tijdens de algemene inspectie van de motorfiets. Dampen van E10-brandstof in combinatie met vochtigheid kunnen filters zodanig beschadigen dat ze op lange termijn defect raken.
Een controle van het filter tijdens de (grote)beurt is nog niet gepland. Maar in de toekomst zou het mogelijk moeten zijn dat de filters op gezette tijden worden vervangen.